maandag 28 juli 2014

Een bijzondere namiddag

Zondag 27 juli 2014: echt vakantie, we hoeven niks en mogen alles. Opstaan voor een kotsende kat, en daarna weer in bed. Een aflevering van Downton Abbey bekijken om half twaalf 's ochtends. Koffie om half twee. Maar dan is het uit met het gehang, om drie uur stappen we op de fiets. Ik ga E. de Grauwe klauwieren laten zien. Lang zoeken hoeft niet, ze zijn druk aan het jagen en met de kijker goed te volgen. Met korte broeken aan blijven we maar op het pad. Op een bloeiend veldje verderop fladderen vlinders in grote haast. Als ik klaar ben met fotograferen fiets ik verder om E te zoeken. Hij vraagt welke vogels er samen in een struik zitten, een grote en een kleine. Duif, Sperwer? Nee, een Koekoeksjong! Met zijn pleegouder, een pieper. Nu ga ik toch maar van het pad af, dit is te leuk. Waar de Koekoek zit is goed te horen, hij heeft een dwingende bedelroep.
Gelukkig sta ik weer op het pad als een autootje van Natuurmonumenten langskomt. Vlakbij zee kijken we wat rond. De konikpaarden zijn elders. E merkt in de verte roofvogels op, aan de manier waarop ze jagen zie ik dat het Boomvalken moeten zijn. We besluiten een pad naar het noorden af te lopen in de hoop de valken van wat dichterbij te kunnen zien. Dat lukt, want zij komen onze kant op. Een vos doet zijn behoefte, of misschien markeert hij of zij zijn leefgebied. E ziet voor het eerst een Argusvlinder. Dan mogen we van nabij getuige zijn van het jagen van een Boomvalk, met grote snelheid scheert hij door de lucht om libellen te vangen. Af en toe zie je dat het lukt, dan werken snavel en poot samen om de libel van vleugels te ontdoen.
Op de terugweg vind ik een salamandertje, een paar centimeter lang en een paar millimeter breed.

Grauwe klauwier


Kleine parelmoervlinder
Argusvlinder

Bruin blauwtje

Waarschijnlijk een Boompieper, de pleegmoeder van het Koekoeksjong

Koekoeksjong

Argusvlinder
Bruin zandoogje

Grasmus

Vos
Boomvalk




Kleine watersalamander

Thijsse's hof

Vrijdag 25 juli 2014: de verjaardag van mijn moeder. Als ze nog leefde zou ze 92 zijn. Volgens Buienradar ontspringt Bloemendaal net de dans, toch spettert het heel zacht als ik op de fiets stap. Na een paar minuten stap ik al weer af: Thijsse's hof heb ik nog nooit bezocht. Langzaam zoek ik mijn weg langs de paadjes, weinig vlinders te zien. Als je van slakken houdt kun je ze hier wel vinden, dikke exemplaren glijden langs de planten. Een IJsvogel roept, de vijver lijkt me ongeschikt om te vissen, tamelijk dichtgegroeid met algen. Naderhand hoor ik dat een paartje IJsvogels in de buurt broedt. Een dichtgevouwen Dagpauwoog zit te rillen op een gemaaid veldje waar ik een schild van de Julikever vind. Ook zeldzame kevers worden opgegeten. Een beeld van een vliegende vlinder met een kind op de rug wordt geflankeerd door een steen: - ERIK - en daaronder - Godfried Bomans - . Theo Thijsse houdt de wacht.





Gehakkelde aurelia

Gevlekte aronskelk

Steenrode heidelibel




Zegekruid
Aangebrande valkmot

Dagpauwoog


Rechterschild van de Julikever

- Op een morgen, toen zij samen op de rand van een paardenbloem wat zaten uit te blazen, begon de vlinder eensklaps over haar gehele lijf te beven. 'Wat is er aan de hand?' vroeg Erik verschrikt, 'voelt u zich niet goed?' De vlinder antwoordde niet direct. 'Daar!' riep zij opeens, 'daar heb je haar weer!' Een grote vlinder cirkelde om een pioenroos, bleef even met gespreide vleugels zitten en fladderde toen schuin omlaag het gras in. Zij was van iets fijnere bouw dan Eriks metgezel, doch overigens van dezelfde kleur en met hetzelfde purperen oog op elke vleugel. 'Ik moet erachteraan!' riep de vlinder, 'kijken waar ze woont! Ach, wat een schat!' En weg was hij. 'Het is een "hij", ' mompelde Erik, die genoeg uit het leven van zijn oudste broer wist om te begrijpen wat er aan de hand was, 'ik heb altijd gedacht dat het een "zij" was.' Hij voelde zich een beetje mistroostig, en bleef, met zijn knieën tegen zijn kin getrokken, op de terugkomst van de vlinder wachten. Deze verscheen spoedig en in grote haast. 'Vlug, vlug!' riep hij, 'klim op mijn rug! Ik weet waar ze woont!' Toen zij in allerijl op het plekje aankwamen, verdween het vlindermeisje juist in een papaver. -
 (uit: Erik of het klein insectenboek. Godfried Bomans, 1940)


Theo Thijsse

vrijdag 25 juli 2014

De terugkeer van de Keizersmantel

Donderdag 24 juli 2014: met mijn vogelmaatje T. ga ik goed ingesmeerd tegen de zon Keizersmantels zoeken in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De soort heeft zich hier aan de meldingen te zien weer vast gevestigd. De voorgaande jaren werden ze op één kleine plek in de AWD gevonden, maar nu zijn ze uitgezwermd. Vogelmaatje probeert zijn nieuwe macrolens uit, en ik ga op onderzoek. Na verschillende plekken met duinkruiskruid nagelopen en diverse vlindersoorten waaronder een Argusvlinder ontdekt te hebben roep ik T. Door de kijker heb ik een oranje vlek als Keizersmantel gedetermineerd. Een mannetje. Uitgelaten fotografeert T. deze door hem in Nederland voor het eerst geziene soort, en ik doe lekker met hem mee. Een half uurtje later wappert een vrouwtje uit het bos. Op een volgend veld vindt T. er een. We wandelen langzaam verder, en eten in de schaduw een boterham. Op het zand springen voortdurend blauwvleugelsprinkhanen voor ons uit, hun prachtige blauwe ondervleugels alleen in de vlucht zichtbaar. Kennelijk is het te warm voor de damherten om op pad te zijn, maar we zien er toch een paar. Een volgend veldonderzoek onthult weer een Keizersmantel, en ook een Heivlinder, een grotere uitdaging voor de fotograaf.
Op weg naar De Oase zien we in het bos nog een Keizersmantel vliegen, onze vijfde, en boven ons verschijnt een Wespendief.
Bij De Oase trakteert T. , we laten het ons goed smaken.

Een aardige start: twee ooievaars
Argusvlinder


Bruin zandoogje

Klein geaderd witje
Keizersmantel man


Keizersmantel vrouw



met Bruin zandoogje




Kleine parelmoervlinder



Zwartsprietdikkopje
Koevinkje en Gehakkelde aurelia

Groot dikkopje

Icarusblauwtje
Blauwvleugelsprinkhaan

parende juffers

Wespendief