vrijdag 14 februari 2014

Rondje Noord-Holland

Zaterdag 1 februari 2014: een uitje met zes. Vanwege de weersvoorspellingen gaan we niet naar Zeeland, maar doen we een rondje. Geheel in tegenstrijd met de de vogelaarsgewoonte vroeg uit de veren te komen (te gaan?) stappen we pas rond tienen in de auto voor het eerste doel: Grote Kruisbekken in de Schoorlse duinen. De laatste spatten vallen onderweg, en we maken een mooie wandeltocht vanaf Bergen aan Zee. Diverse keren horen en zien we Kruisbekken, en misschien ook wel Grote. We kunnen ze een hele tijd observeren, maar zekerheid hebben we niet. Ze hebben een aardige manier van foerageren: ze plukken dennenkegels van de boom en klemmen ze dan vast om de zaden los te wrikken.
Verder naar de Putten bij Camperduin. Grote groepen Wulpen en Scholeksters, Rosse Grutto's en zowaar een gewone Grutto. We zien vier Witbuikrotganzen en ik blijf haast niet overeind als ik buiten de auto wil fotograferen. Over de dijk gaan we niet. Er zijn plannen om de zeewering met zand vol te spuiten en een breed strand aan te leggen. Daar is wat voor te zeggen bij zo'n magere dijk en het lage land erachter. In de weilanden treffen we ganzen, ook een paar Dwergganzen. De wereldpopulatie is niet groot, en een behoorlijk deel ervan overwintert in Nederland. Ze zijn zo dichtbij dat de gele ring om het oog goed te zien is.
We besluiten door te rijden naar de waddenkust bij Den Oever, daar zit al maanden een Kleine Geelpootruiter, in het Vatropse plasje. Het licht wordt al flink minder als we arriveren, maar ik kan toch mooie foto's maken van de Kleine Geelpootruiter die onverstoorbaar zijn avondmaal bij elkaar scharrelt. Op het wad staan grote groepen strandlopers en wulpen.
Als de lucht oranje kleurt komt een Slechtvalk voorbij. Duizenden Rotganzen vliegen op uit de polder.


(Grote) Kruisbek



Dwerggans

Wulpen, Scholeksters, Kokmeeuwen, Rosse Grutto's
Wulpen
Scholeksters
Rosse Grutto en Wulpen
Rotganzen
Kleine Geelpootruiter
Slechtvalk

woensdag 5 februari 2014

IJmuiden

Woensdag 29 januari 2014: we staan al op tijd op het strand van IJmuiden, er zijn weinig mensen. Tevergeefs zoeken we de Sneeuwgorzen in de duintjes en lopen dan door over de pier. Het waait flink uit oost. Een Aalscholver probeert een scharretje weg te krijgen, een aardig gezicht maar mijn foto's mislukken, te ver, te waaierig. Een familielid van de Gaviidae, duikers, foerageert niet ver uit de kant en blijkt een Parelduiker te zijn. Er staat maar een visser op de pier, hij probeert het nog even op een andere plek maar pakt toch definitief zijn spullen in als we van de kop van de pier terugkomen. Het is alsof we over een polderdijk lopen: door de wind is het water in de baai opgestuwd en ligt de zee aan de andere kant van de pier lager. Bijna alle vogels hebben een goed heenkomen gezocht, al landen er nog twee Middelste Zaagbekken, om meteen weer te vertrekken, en ploegt een Geoorde Fuut dapper door de golven op weg naar de baai. We keren om en komen dik ingepakte mensen tegen die ik niet herken maar die toch goede bekenden blijken te zijn. Onherkenbaar vermomd, tegen het windgeweld.Terug in de haven kan ik nog wat foto's maken van een Drieteenmeeuw en een Zwarte Zee-eend. Toch nog even de duintjes proberen, en warempel, ik stoot de groep Sneeuwgorzen op. Met de kijker kan ik ze niet meer vinden. Wandelaars op het strand, wederom bekenden, vraag ik waar de groep is heengevlogen. E. die als altijd zijn eigen plan trekt is zowaar in de buurt van de groep, honderden meters verder, en ik zie aan zijn lichaamshouding dat hij de gorzen in de gaten heeft. Het is nog een heel eind lopen.
Een paar dagen later vertelt E. me dat hij een Waterral in de duintjes heeft opgestoten.


Parelduiker

Scholekster
Middelste Zaagbekken
Geoorde Fuut
Fuut juveniel
Drieteenmeeuw eerste winter

Jonge (mantel)meeuw
Zwarte Zee-eend
Sneeuwgorzen


De duinen 2

Vrijdag 31 januari 2014: prinses Beatrix is jarig, na wat rekenwerk kom ik uit op 76 jaar. Vanavond moeten we naar huis, maar we willen niet. We gaan weer Goudvinken zoeken. Buiten lijkt het lente. Als ik het geluid van de Zwarte Mees afspeel op mijn telefoontje om het me in te prenten, begint er in het echt ook eentje volop te zingen, vlak boven mijn hoofd. Hij voelt zich aangesproken. In het valleitje zijn weer Goudvinken en Kepen, net als gisteren. De Kramsvogels alarmeren met hun rauwe roep. Als we teruglopen naar de fietsen komen we een schaapherder tegen, in dienst bij het PWN zo te zien. Een schaapshond drijft de kudde bijeen, een andere blaft zijn keel schor in de auto van de herder, hij zit in een bench maar wil ook zijn werk doen.
Op het strand, we kunnen nog geen afscheid nemen, spelen vijf mannen jeu de boules.


Rutger Kopland - Mens en Schaap

De mensen denken dat wij hier in de verte
een kudde schapen zijn — ze denken maar,

wij zijn niet eens wij, we hebben geen woorden
voor onszelf, we leven nog in de tijd hiervoor,

toen de mens nog schaap was, nog alleen
gras sprak, lucht las, water schreef.


[uit Geduldig gereedschap, 1983]




Buizerd

Zwarte mees
Fopelfenbankje?
Goudvink





Roodborst


Wintertalingen


De duinen

Donderdag 30 januari 2014: we lopen de gele route. Het miezert nog een beetje, geen winterweer. Op de plas zwemt heel wat, ver weg een paartje Grote Zaagbek. Tegen de tijd dat we een interessant vogelvalleitje bereiken is het opgeklaard, de Goudvinken vliegen om onze oren.
Op de onofficiƫle terugroute, wij doen maar wat, vind ik twee Peperbussen, een zeldzame soort paddestoel.

vrouwtje Kuifeend
Goudvinken



Kramsvogel
Roodborst
Peperbus